Geschillencommissie Ziekenhuizen niet bevoegd uitspraak te doen over het volgen van het landelijk COVID-beleid.

Een patiënt beklaagt zich over het door de zorgaanbieder volgen van het landelijk COVID-beleid door patiënten te adviseren zich te laten vaccineren. De Geschillencommissie Ziekenhuizen verklaart zich niet bevoegd.

Gezamenlijke expertise gelijk aan door rechter opgedragen deskundigenbericht. Rechterlijke beoordeling kan dan worden gebaseerd op bevindingen deskundige.

Deelgeschil. Een man overlijdt op de operatietafel. Volgens een gezamenlijk aangezochte deskundige heeft de anesthesioloog gehandeld overeenkomstig de gangbare richtlijn. De weduwe verzoekt een verklaring voor recht dat het ziekenhuis en de anesthesioloog niet lege artis hebben gewerkt. Volgens de weduwe voldoet het deskundigenrapport niet aan de daaraan te stellen eisen. Het blijkt de rechtbank niet van zwaarwegende en steekhoudende bezwaren tegen het deskundigenrapport. De rechterlijke beoordeling kan worden gebaseerd op de bevindingen van de deskundige. Er is lege artis gehandeld. De rechtbank wijst de verzochte verklaring voor recht af.

Vruchtbaarheidsbehandeling geweigerd.

Klacht tegen gynaecoloog na weigeren medewerking aan vruchtbaarheidsbehandeling. Verweerder heeft volgens het toepasselijke NVOG-protocol gehandeld en terechte afweging gemaakt. Klacht ongegrond.

Huisarts handelt niet in het belang van de volksgezondheid.

Huisarts heeft eigen patiënten en anderen voorzien van QR-codes door gefingeerde gegevens in te voeren. Zijn handelen is verwijtbaar en schendt het vertrouwen van de maatschappij in het systeem om de corona-epidemie te bestrijden en de rol van de arts daarin. Er is een berisping opgelegd.

Geen grievende uitlatingen door verzekeringsarts.

Verzekeringsarts (verweerder) zou grievende uitlatingen hebben gedaan over klaagster en zich niet onafhankelijk hebben opgesteld. Verweerder is volgens het RTG binnen de grenzen van deskundigheid gebleven. Klacht ongegrond.

Als er meerdere gynaecologen in een ziekenhuis werken, levert vertrouwensbreuk met een daarvan niet zonder meer een gewichtige reden op voor beëindiging van de behandelingsovereenkomst.

Kort geding. Een vrouw staat sinds 2008 bij haar zwangerschappen onder behandeling van het ziekenhuis. Bij haar achtste zwangerschap ontstaat een vertrouwensbreuk met de behandelend gynaecoloog. Bij haar huidige zwangerschap weigert zij een consult met die gynaecoloog. Het ziekenhuis weigert haar verder te begeleiden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan uit de weigering van de vrouw geen opzegging van de behandelingsovereenkomst worden afgeleid. Een vertrouwensbreuk met een van de gynaecologen van het ziekenhuis levert voor het ziekenhuis niet zonder meer een gewichtige reden op voor beëindiging van de behandelingsovereenkomst. Die ontbreekt in dit geval. Het ziekenhuis wordt veroordeeld de begeleiding van de zwangerschap van de vrouw voort te zetten.

Onzorgvuldige tandheelkundige behandeling van patiënte met multiple allergieën.

Tandarts krijgt een berisping voor de onzorgvuldige behandeling en aanpak van de restauratie van het gebit van een patiënte met diverse allergieën.

Tekortschietende behandeling anorexiapatiënte.

Klacht van de IGJ. Verpleegkundig specialist heeft de behandeling van een patiënte met een eetstoornis op onzorgvuldige wijze uitgevoerd en is tekortgeschoten in de dossiervoering. Klachten deels gegrond. Het RTG legt een waarschuwing op.

Voortzetting behandeling na intrekking klacht.

Na intrekking van de klacht door klaagster besluit het RTG de behandeling van de zaak om redenen van algemeen belang voort te zetten.