X/Y
In deze zaak wordt getoetst of de appellant (een Egyptische vluchteling met een verstandelijke beperking) tijdens zijn verblijf in de crisisopvang onrechtmatig van zijn vrijheid is beroofd dan wel onrechtmatig in zijn vrijheid is beperkt. De specifieke omstandigheden van dit geval maken, overeenkomstig de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, volgens het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat appellant onrechtmatig van zijn vrijheid is beroofd. Appellant verblijft op een afdeling waar hij niet zelf naar buiten mag, zijn kamer 's nachts op slot gaat en hij gedurende de dag ook op zijn kamer moet verblijven. Hij verzet zich hier herhaaldelijk tegen. Zijn toestemming voor deze vrijheidsbeperking is tevens niet komen vast te staan en de vrijheidsbeperking is niet gebaseerd op een bij wet geregelde procedure (de WGBO omvat geen procedure voor vrijheidsbeneming). Dit levert strijd op met artikel 5 van het EVRM en er wordt een schadevergoeding van € 80 per dag toegewezen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 21-11-2017