Update
Geachte heer/mevrouw,
Als het goed is, heeft u vorige week de wetgevingseditie ontvangen. Wij hopen dat u hiermee tot het einde van het jaar uit de voeten kunt. Vandaag treft u weer een nieuwe ‘gewone’ GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Onjuiste informatie uitslag NIPT, ernstige inbreuk op het zelfbeschikkingsrecht
De eerste uitspraak die ik wil belichten, betreft een wrongful life-kwestie (GZR 2025-0267). Een vrouw staat tijdens haar zwangerschap onder begeleiding van een verloskundige. De vrouw laat een NIPT doen en krijgt in eerste instantie te horen dat de uitslag negatief is. In werkelijkheid is de uitslag positief en tegen de tijd dat de vrouw dat verneemt, is een abortus niet meer mogelijk (25 weken zwangerschap). De vrouw bevalt van een kind met het syndroom van Down. De vrouw verzoekt een verklaring voor recht dat de verloskundige aansprakelijk is. De rechtbank wijst die toe. Van een redelijk handelend en redelijk bekwaam verloskundige mag worden verwacht dat zij de zwangere vrouw juist informeert over een dermate belangrijke uitslag, aldus de rechter. De rechter acht het aannemelijk dat de vrouw als gevolg van de onjuiste mededeling over de uitslag immateriële schade heeft geleden, in elk geval omdat zij niet de begeleiding heeft kunnen krijgen die aan zwangere vrouwen met deze uitslag normaliter wordt geboden. En ook omdat haar de mogelijkheid is ontnomen om met de kennis van de positieve uitslag een keuze te maken om het kind wel of niet te krijgen. Dit vormt een ernstige inbreuk op haar zelfbeschikkingsrecht en daarmee een aantasting in haar persoon in de zin van artikel 6:106 aanhef en onder b BW.
Staaroperatie geen dwangbehandeling onder de Wvggz
De tweede uitspraak heeft betrekking op de vraag of een staaroperatie kan worden afgedwongen met behulp van een Wvggz-zorgmachtiging (GZR 2025-0270). Nee, aldus de rechter. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat verplichte zorg gericht kan zijn op het herstel of de stabilisatie van de fysieke gezondheid onder de voorwaarde dat er een causaal verband bestaat tussen de psychische stoornis en het fysieke gezondheidsrisico. Toegelicht is ook dat het herstel niet het primaire doel van de zorgmachtiging kan zijn en dat de behandeling van de somatische aandoening alleen mogelijk is in samenhang met zorg en dwang die is gericht op het herstel van de psychische stoornis. In het geval waarin louter herstel van de fysieke gezondheid wordt beoogd, zal volgens de toelichting de behandeling op grond van Boek 7, titel 7, afdeling 5, van het Burgerlijk Wetboek plaats moeten vinden. In dit specifieke geval is de zorgmachtiging louter gericht op het herstel van de fysieke gezondheid van betrokkene, maar deze dwangbehandeling kan (dus) niet onder de Wvggz plaatsvinden. De rechtbank wees om deze reden het verzoek om de zorgmachtiging af.
Onze zoekfunctie
Wist u dat GZR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief en de mogelijkheid om kennis te nemen van annotaties? Alle door onze redactieleden zorgvuldig geselecteerde en samengevatte uitspraken komen in een database. GZR Updates biedt de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zie hier voor de mogelijkheden.
LinkedIn-groep
Bent u al bekend met onze LinkedIn-groep? Nadat u op LinkedIn bent ingelogd, wordt u op deze pagina geattendeerd op onze nieuwsbrief, maar ook op ander nieuws. Verder kan op deze pagina kennis worden gedeeld.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar klantenservice@boom.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boom.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Rb. Rotterdam heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden, een taakstraf van 240 uur en een beroepsverbod van vijf jaar wegens aanranding van drie coassistenten, het maken van seksuele afbeeldingen van twee van hen en ontucht met een patiënte. Ook moet hij de slachtoffers een schadevergoeding betalen. 31-10-2025
- Rechtbank Rotterdam Deelgeschil. Een vrouw staat tijdens haar zwangerschap onder begeleiding van een verloskundige. De vrouw laat een NIPT doen en krijgt in eerste instantie te horen dat de uitslag negatief is. In werkelijkheid is de uitslag positief en tegen de tijd dat de vrouw dat verneemt, is een abortus niet meer mogelijk. De vrouw bevalt van een kind met het syndroom van Down. De vrouw verzoekt een verklaring voor recht dat de verloskundige aansprakelijk is. De rechtbank wijst die toe. Van een redelijk handelend en redelijk bekwaam verloskundige mag worden verwacht dat zij de zwangere vrouw juist informeert over een dermate belangrijke uitslag. 08-10-2025
- Rechtbank Rotterdam Wvggz. Zorgmachtiging ten behoeve van staaroperatie. Wvggz of Wgbo? Rechtbank wijst het verzoek af, omdat de zorgmachtiging enkel gericht is op het herstel van de fysieke gezondheid van betrokkene en er geen samenhang is met verplichte zorg voor het herstel van de psychische stoornis. 13-08-2025
- Rechtbank Rotterdam Klachtzaak Wvggz over overplaatsingsbeslissing (art. 8:16 Wvggz). Betrokkene heeft zijn verzoekschrift voor klacht 1 tijdig ingediend, maar heeft geen procesbelang omdat hij klacht 2 heeft ingediend, waarop de klachtencommissie heeft beslist. Partijen vragen de rechtbank expliciet om alleen een oordeel over de inhoudelijke eisen van de overplaatsingsbeslissing. Klacht is in zoverre ongegrond. Schadevergoeding van € 20 in verband met schending informatieverplichting. 22-05-2025
- Rechtbank Rotterdam Klachtzaak Wvggz. Toetsing ex tunc en ex nunc. Na afwijzing schorsingsverzoek ook klachten ongegrond. Rechtbank heeft geen aanleiding om te twijfelen aan verklaringen behandelaren en de stukken. 21-05-2025
- Rechtbank Midden-Nederland Voorlopige voorziening bestuursrecht. De minister van VWS besluit tot openbaarmaking van een rapport van de IGJ over een thuiszorgorganisatie. De thuiszorgorganisatie kan zich niet vinden in het inspectierapport, maakt bezwaar, en verzoekt in deze procedure de schorsing van het besluit. Volgens de voorzieningenrechter staan er feitelijke onjuistheden in het rapport en is er ook op andere grond twijfel of het IGJ-onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd. Naar verwachting kan in bezwaar het besluit niet zonder nadere motivering in stand blijven. De voorzieningenrechter schorst het besluit. 16-04-2025
Tuchtcolleges
Uitspraken zonder ECLI
- Geschillencommissie ziekenhuizen Een echtgenote dient een klacht in over de behandeling van een overleden patiënt. Het ziekenhuis meent dat het geschil niet kan worden behandeld omdat de interne klachtenprocedure niet volledig is doorlopen. De geschillencommissie volgt dat verweer niet en zal het geschil inhoudelijk behandelen. 2025-04-11
- Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Een lokale cliëntenraad vraagt de LCvV te beoordelen of de medezeggenschap en inspraak in verband met besluitvorming over de receptiediensten op de verschillende locaties juist is verlopen. De LCvV stelt vast dat een voorgenomen besluit tot wijziging van de receptiedienst op de locatie een voor cliënten geldende regeling is (art. 8 lid 1 sub a Wmcz 2018) en te zijner tijd ter instemming aan de LCR dient te worden voorgelegd. De LCvV oordeelt dat de zorgaanbieder de belangen van de LCR heeft miskend en jegens de LCR onzorgvuldig heeft gehandeld door eraan voorbij te gaan dat de CCR in strijd met het medezeggenschapsreglement heeft afgezien van consultatie van de LCR. Voorts stelt de LCvV vast dat de informatievoorziening aan de LCR in deze kwestie te wensen overlaat en dat de organisatie haar inlichtingenplicht jegens de LCR bij de gang van zaken rond de receptiedienstverlening onvoldoende is nagekomen. 2025-07-09
- Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden De zorgaanbieder verzoekt de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden om vervangende toestemming te verlenen voor ontbinding van de LCR. Indien die toestemming niet gegeven wordt verzoekt de zorgaanbieder subsidiair om vervangende toestemming te verlenen voor vaststelling c.q. inwerkingtreding van de medezeggenschapsregeling die in 2022 is opgesteld voor de betreffende locatie. De LCR verzoekt de LCvV om een uitspraak te doen over de gang van zaken rond de ondertekening van de medezeggenschapsregelingen op 7 november 2024. De LCvV geeft geen vervangende toestemming voor het ontbinden van de LCR. Ook geeft de LCvV geen vervangende toestemming voor het vaststellen van de medezeggenschapsregeling voor een locatie. De LCvV kan geen oordeel geven over de stand van zaken rondom het ondertekenen van de medezeggenschapsreglementen in november 2024. 2025-09-03