patiënt/Radboudumc
In verband met een netvliesloslating wordt een man in juli 1992 geopereerd. Bij die operatie wordt een Miragelplombe gebruikt. Uit wetenschappelijk onderzoek nadien blijkt dat dit type plombe bij sommige patiënten na verloop van tijd zwelt en fragmenteert bij verwijdering. Dat gebeurt ook bij de man en in 2006 heeft hij wederom een netvliesloslating. De man stelt het ziekenhuis aansprakelijk, onder meer omdat volgens hem sprake is van een tekortkoming door het gebruik van een ongeschikte hulpzaak ex artikel 6:77 BW. Dat de plombe ongeschikt is, vindt zowel de Rechtbank Arnhem als het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Maar waar de rechtbank toerekening van de tekortkoming aan het Radboudumc onredelijk achtte, oordeelt het hof dat toerekening niet onredelijk is, ook al was het Radboudumc destijds niet bekend met de ongeschiktheid van de plombe. Dat het gaat om een inspanningsverbintenis maakt dat niet anders. Ook de overige omstandigheden van het geval nopen niet tot een ander oordeel.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 27-11-2018