X/Y

Klaagster stelt dat zij ten onrechte na een week ontslagen is uit de zorginstelling, een instelling voor geestelijke gezondheidszorg; de gestelde behandeldoelen waren nog niet behaald. Klaagster voert aan dat de behandelend arts tijdens het ontslaggesprek geen toetsing heeft verricht. Klaagster verlangt een vergoeding vanwege geleden immateriële en materiële schade. De zorginstelling stelt dat het voor klaagster duidelijk was dat het een zogenoemde time-out opname betrof, waarmee zij heeft ingestemd. Zowel de behandelend arts als een team heeft getoetst en geconcludeerd dat klaagster naar huis kon; hiervan kunnen echter geen stukken worden overlegd. De Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg geeft aan dat zij niet kan vaststellen of toetsing heeft plaatsgevonden en of deze zorgvuldig was. Geoordeeld wordt dat de zorginstelling niet aan haar zorgplicht heeft voldaan. De Geschillencommissie verklaart de klacht gegrond. De verlangde schadevergoeding wordt echter afgewezen; het causaal verband tussen de schade en het handelen van de zorginstelling is onvoldoende aangetoond.

X/Y

Klager vindt dat er sprake is van nalatigheid omdat verweerster klager niet heeft onderzocht, met als gevolg een gemiste diagnose. De Geschillencommissie Huisartsen gaat uit van het journaal van de zorgaanbieders indien de inhoud hiervan niet wordt weerlegd of aannemelijk wordt gemaakt dat dit journaal onjuist is. Uit het journaal blijkt dat er wel onderzoek is gedaan. De Geschillencommissie Huisartsen oordeelt dat het door verweerster ingezette beleid adequaat was en komt niet toe aan een beoordeling van de schade. De klacht is ongegrond.

Diverse zorgverzekeraars/NZa (Centrum '45)

De NZa heeft met toepassing van artikel 4:84 Awb een toeslag vastgesteld voor een GGZ-aanbieder die zorg verleent aan oorlogsslachtoffers. Diverse zorgverzekeraars zijn het daar om verschillende redenen niet mee eens. Het CBb oordeelt dat het kostenonderzoek waarop de NZa de toepassing van artikel 4:84 Awb baseert onvoldoende motivering vormt voor het vaststellen van de toeslag. Het CBb stelt de NZa met toepassing van de bestuurlijke lus in de gelegenheid het gebrek te herstellen of een nieuw besluit te nemen.

X/Sint Jans Gasthuis

Een patiënt stelt het Sint Jans Gasthuis aansprakelijk in verband met het handelen van een uroloog. De discussie spitst zich toe op de vraag of er sprake is van een schending van de informatieplicht en van de dossierplicht. De rechtbank gaat daar niet specifiek op in, maar oordeelt dat er geen recht bestaat op schadevergoeding, omdat onvoldoende is gesteld dat deze schendingen tot de schade hebben geleid.

X/Y

Klaagster verwijt een fysiotherapeut (verweerster) dat door verweersters ondeskundig en onprofessioneel handelen haar schouder uit de kom is geraakt. De behandeling is echter volgens de standaard uitgevoerd, zodat de klacht ongegrond is. Wel had op dat moment nader onderzoek moeten plaatsvinden. Hierdoor is de nazorg gedeeltelijk onvoldoende. Verweerster krijgt een waarschuwing.

Multidag/Menzis

Multidag heeft ingeschreven op een aanbestedingsprocedure van Menzis voor de inkoop van Wlz-zorg Verpleging en Verzorging. Zij heeft in haar inschrijving vermeld dat zij meer dan vijf procent van haar omzet zou doorcontracteren aan onderaannemers. Dit was in strijd met een door Menzis gestelde eis, zodat de inschrijving van Multidag werd afgewezen. In hoger beroep betoogt Multidag – zonder resultaat – dat haar een gelegenheid tot herstel van haar inschrijving had moeten worden geboden.

X/Y

Deze zaak betreft het hoger beroep van een klacht tegen een gezondheidszorgpsycholoog over de behandeling van de tante van klaagster en de bejegening van klaagster zelf. Een naaste betrekking kan namens patiënte een klacht indienen ten aanzien van het handelen ten opzichte van patiënte. Klaagster was echter geen mentor van patiënte en is daarom niet-ontvankelijk in de klachtonderdelen die hier op zien. De klachtonderdelen die zien op de bejegening van klaagster missen onderbouwing. Het CTG handhaaft het oordeel van het RTG Zwolle en verwerpt het beroep.

X/Y

Het College van Beroep van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd legt een berisping op aan een ervaren jeugdprofessional die als casusregisseur heeft nagelaten deugdelijk en voldoende feitelijk onderzoek te verrichten. Beklaagde heeft onvoldoende blijk van reflectie gegeven en er is sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen ten aanzien van alle klachtonderdelen.

X/Ziekenverpleging Aruba

Ter beoordeling van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba ligt de vraag voor of het ziekenhuis aansprakelijk is voor schade aan het gebit van eiseres. Deze schade zou zijn veroorzaakt door een anesthesioloog bij het intuberen van eiseres. Bij de beantwoording van de vraag of de betreffende anesthesioloog een fout heeft begaan bij het intuberen van eiseres geldt de toets zoals bepaald in artikel 7:453 BW. Het Gerecht vraagt zich in dat kader af hoe de schade kan zijn ontstaan als ervan moet worden uitgegaan dat het gebit in goede staat was; komt dat dan door onzorgvuldig handelen? Het Gerecht stelt aanvullende vragen aan het ziekenhuis.

X/Y

Klaagster verwijt een apotheker dat er verkeerd medicijn is verstrekt. Het betreft een fout van de apothekersassistent. Deze fout is ontstaan doordat er afgeweken kon worden van de werkprocedure en door het niet-toepassen van de voorgeschreven controle. De klacht is gegrond. De apotheker krijgt een waarschuwing.