Voorschot deskundige. GOMA-aanbeveling in rechte en in dezen niet van toepassing.

Voorlopig deskundigenbericht. Een man stelt een ziekenhuis aansprakelijk. Het ziekenhuis erkent geen aansprakelijkheid. Om meer duidelijkheid te krijgen over het medisch handelen van het ziekenhuis verzoekt de man de rechtbank een deskundige te benoemen. Partijen verschillen alleen van mening over wie het voorschot op de kosten van de deskundige moet voldoen. Volgens de man is aanbeveling 23 GOMA van toepassing. Volgens de rechtbank niet. Aanbeveling 23 GOMA ziet op het buitengerechtelijke traject en de situatie in de aanbeveling doet zich hier niet voor. Nog niet duidelijk dat het ziekenhuis een fout maakte. De man moet het voorschot betalen, conform het wettelijk uitgangspunt.

Voorzieningenrechter wijst vordering tot afdwingen van specifieke behandeling af en respecteert professionele beslissing van zorgverleners.

Patiënte wil haar behandelaars dwingen om een afgewezen behandeling toch te geven. Ook vordert zij dat de zorgverzekeraar voor haar deze behandeling beschikbaar maakt. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af en stelt voorop dat in beginsel een arts de behandeling bepaalt en dat de rechter die beslissing slechts marginaal kan toetsen. Ook kan de zorgverzekeraar niet worden verplicht om de behandeling toch mogelijk te maken wanneer hiervoor geen indicatie is.

Waarschuwing voor huisarts wegens te laat verstrekken van medisch dossier en niet reageren op wijzigingsverzoek.

Een huisarts krijgt een waarschuwing omdat zij het dossier van patiënte niet binnen één maand na het verzoek daartoe aan klaagster heeft verstrekt en omdat zij niet heeft gereageerd op het verzoek tot verwijdering van gegevens uit het medisch dossier.

Essure massaschadezaak; wat er in de preliminaire fase is gebeurd.

De stichting Essure Claims is een collectieve actie gestart tegen farmaceut Bayer, die Essure op de Nederlandse markt bracht. Essure is een medisch hulpmiddel voor permanente anticonceptie. Tussen 2003 en 2017 is Essure bij ongeveer 30.000 vrouwen in Nederland geïmplanteerd. Volgens de vrouwen wordt Essure in verband gebracht met verschillende klachten. In deze WAMCA-procedure vordert de stichting een verklaring voor recht dat Bayer aansprakelijk is alsook (genormeerde) schadevergoeding. Hieronder de beslissingen die de rechtbank in de preliminaire fase nam in drie tussenvonnissen.

Klacht verjaard vanwege overschrijden fatale termijn van artikel 65 lid 5 Wet BIG.

Familie van een in 2014 overleden patiënte dient een klacht in tegen een psychiater. Zowel het Regionaal Tuchtcollege als het Centraal Tuchtcollege verklaren klagers niet-ontvankelijk vanwege verjaring. De wetgever heeft in artikel 65 lid 5 van de Wet BIG een fatale termijn in het leven geroepen, die niet kan worden verlengd, ook niet wanneer die termijn is overschreden als gevolg van buiten de schuld van klagers gelegen omstandigheden.

Berisping voor fysiotherapeut met bekendmaking in BIG-register vanwege diverse tekortkomingen aan langdurige behandeling bij onverklaarbare lichamelijke klachten.

Een fysiotherapeut heeft klager meerdere jaren behandeld aan de nek op basis van de diagnose Hoog Cervicale Functie Stoornis. Klager zat geïsoleerd thuis wegens onverklaarbare lichamelijke klachten. Het Regionaal Tuchtcollege (RTG) oordeelt dat de fysiotherapeut onvoldoende oog heeft gehad voor de ernstige 'gele vlaggen' bij klager (psychosociale factoren die herstel kunnen belemmeren). De diagnose acht het RTG omstreden en de duur van de behandeling is in strijd met de KNGF-richtlijn Nekpijn. Het RTG legt de fysiotherapeut een berisping op met bekendmaking in BIG-register.

Geen schending informatieverplichting ziekenhuis bij niet-noodzakelijke ingreep.

Een vrouw ondergaat eerst een borstreconstructie en daarna een vormverbeterende operatie in het MUMC. Beide operaties betreffen lipofilling na liposuctie. Na de tweede operatie ontstaan bij de vrouw putten in de benen en lymfoedeem. Volgens de vrouw is zij voorafgaand aan de tweede operatie hierover niet geïnformeerd en ontbrak informed consent. Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van schending van de informatieverplichting door MUMC. In het licht van wat MUMC aandraagt, stelt de vrouw onvoldoende. En lymfoedeem is geen bekende complicatie bij deze ingreep, zodat MUMC daar niet op hoefde te wijzen. Ook geen onvoldoende nazorg.

Informatieplicht ziekenhuis over wachttijden en daarmee gepaard gaande kosten.

Een patiënt die een dermatologische behandeling heeft ondergaan is ontevreden over de wijze van declareren en over gebrekkige informatievoorziening. De commissie oordeelt dat de DBC-regels juist zijn toegepast, maar dat het ziekenhuis is tekortgeschoten in de informatievoorziening.

Gesloten GGZ-instelling niet aansprakelijk voor fataal afgelopen vluchtpoging psychiatrische patiënt.

Deelgeschil. Een man is opgenomen op een gesloten afdeling van een psychiatrische zorginstelling. Bij een vluchtpoging door over de muur van de patio te klimmen komt hij noodlottig ten val en overlijdt hij enige tijd later. Volgens de broer van de man heeft de instelling onvoldoende toezicht gehouden en voldeed de patiomuur niet aan de daaraan te stellen eisen. Naar het oordeel van de rechtbank was er voldoende toezicht, hoefde het gedrag van de man niet als vluchtpoging te worden bestempeld en was de muur hoog genoeg. De GGZ-instelling is niet aansprakelijk.

Patiënte na uitspraak geschillencommissie niet-ontvankelijk in vordering bij burgerlijke rechter.

De Geschillencommissie Ziekenhuizen verklaart de klachten van een vrouw ongegrond. De vrouw legt thans aan de kantonrechter dezelfde onderwerpen voor die zij aan de geschillencommissie voorlegde. De kantonrechter verklaart de vrouw niet-ontvankelijk. Op grond van artikel 7:900 lid 1 BW is de vrouw gebonden aan het bindend advies van de geschillencommissie. Het staat haar niet vrij om dezelfde kwestie nog eens aan de burgerlijke rechter voor te leggen. Van ontzegging van toegang tot de rechter is geen sprake. Het Nederlandse systeem van een marginale toets van een vaststellingsovereenkomst, zoals bepaald in artikel 7:904 lid 1 BW, voldoet voor het door het EHRM beoogde effectieve recht op toegang tot de rechter.