X/Staat der Nederlanden en de Nederlandse Zorgautoriteit
De NZa heeft via verschillende tariefbeschikkingen de maximumtarieven voor orthodontische zorg in Nederland verlaagd. Een orthodontist die tot 2010 werkzaam was in Nederland, maar hierna enkel in Duitsland werkzaamheden verrichtte, heeft hiertegen tevergeefs bezwaar en beroep ingesteld. Vervolgens heeft hij zich gewend tot de civiele rechter. In eerste aanleg is hij niet-ontvankelijk verklaard vanwege onvoldoende belang bij de tariefbeschikkingen. Het hof bevestigt dat vonnis. Centraal staat dat de orthodontist vanaf het moment dat de tariefbeschikkingen gelding kregen, geen werkzaamheden meer in Nederland heeft verricht. Hierdoor zijn de tariefbeschikkingen niet op hem van toepassing geweest, omdat de verplichting om geen bedrag boven de maximumtarieven in rekening te brengen enkel in Nederland geldt. De orthodontist heeft verder onvoldoende blijk gegeven van een concrete wens om zijn werkzaamheden in Nederland te hervatten of zich in Nederland te vestigen.
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 10-07-2018