X/Y

Klaagster verwijt een apotheker de weigering van farmaceutische spoedhulp buiten kantooruren aan haar zoon die in een instelling woont. Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg acht de klacht gegrond. Er waren geen zwaarwegende redenen om de afgifte van medicijnen op basis van een spoedeisend recept te weigeren. Medicatieveiligheid is geen gegronde reden. Bij het niet beschikken over het medicatiedossier had de apothekersassistente de begeleidster van de zoon naar het Actueel Medicatie Overzicht kunnen vragen of informatie bij de HAP of de instelling kunnen inwinnen. De zoon heeft de medicatie nu niet zo snel mogelijk kunnen krijgen en er is vertraging ontstaan in het startmoment van de inname van de medicatie. Verweerster krijgt een waarschuwing.

X/Y

Een anesthesioloog raakt betrokken bij de behandeling van een terminale patiënt met wie hij jarenlang bevriend is. In crisissituaties voorziet hij de patiënt van morfine. De anesthesioloog heeft de huisarts van de patiënt hierover niet geïnformeerd, nu de patiënt hiervoor geen toestemming had gegeven. De anesthesioloog had naar het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg moeten zoeken naar een manier om informatie aan de huisarts te verstrekken zonder het beroepsgeheim te schenden, dan wel naar een handelwijze om de bestaande situatie te doorbreken. Dit laatste heeft de anesthesioloog in onvoldoende mate gedaan. Mogelijk heeft daarbij zijn vriendschap met de patiënt een rol gespeeld. Hij krijgt een waarschuwing.

X/Y

Klager verwijt een apotheker het verstrekken van een verkeerde sterkte van het medicijn Advagaf, te weten 1 mg in plaats van 5 mg aan zijn inmiddels overleden echtgenote. Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg acht de klacht gegrond. De apotheker heeft de verkeerde verstrekking toegegeven. Wat de maatregel betreft, wordt meegewogen dat de apotheker wist of had moeten weten dat het ICT-controlesysteem een zwakke plek had, dat hij geen adequate extra beveiliging had ingericht en dat bij een risicovolle stof de vereiste basisprocessen niet zijn toegepast. Een berisping is aldus op zijn plaats, maar gezien de genomen maatregelen, die naar tevredenheid zijn van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, het inzicht in het handelen en de spijtbetuiging van verweerder wordt volstaan met een waarschuwing.

X/Y

Klaagster verwijt verweerster, een gezondheidszorgpsycholoog, onprofessioneel gedrag. Klaagster en haar ex-echtgenoot zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. De ex-echtgenoot van klaagster is bij verweerster onder behandeling. Verweerster heeft ten behoeve van de ex-echtgenoot een verklaring opgesteld die in de echtscheidingsprocedure is ingebracht. Ook heeft verweerster aan de ex-echtgenoot een geldbedrag geleend. De klacht is deels gegrond. Verweerster krijgt een waarschuwing.

Zorgverzekeraar/directeur

In deze zaak gaat het om arbitrage bij de kantonrechter over de beëindigingsregeling van een topfunctionaris. Het overeenkomen van de wettelijke transitievergoeding die boven het WNT-maximum uitkomt, maar binnen het maximum van artikel 7:673 BW blijft, is toegestaan. Het uitoefenen van een andere (lagere) functie gedurende een periode van zeven maanden bij een andere organisatie met doorbetaling van de volledige bezoldiging is niet in strijd met de WNT. Een vergoeding van kosten rechtsbijstand is toegestaan en wordt niet tot de beëindigingsvergoeding gerekend indien dit soort vergoedingen tijdens dienstverband zijn toegelaten.

laborante/Stichting Ziekenhuis Gelderse Vallei

In deze zaak gaat het om een arbeidsovereenkomst met een laborante die terecht, wegens disfunctioneren c.q. ongeschiktheid voor de functie, is ontbonden. Zij kwam stelselmatig te laat op het werk en ging ondanks duidelijke instructies en klachten van collega’s te eigenzinnig aan het werk. Het verbetertraject dat de werkgever haar heeft geboden beoordeelt het hof als voldoende. Tevens heeft de werkgever haar voldoende gecoacht en heeft hij voldoende aan verslaglegging gedaan.

X/TY

In deze zaak gaat het om een kort geding over een geschil in een kostenmaatschap van tandartsen. Een van de maten raakt arbeidsongeschikt, waarna de andere maten de maatschap met hem opzeggen. Hierna gaat het om de vergoeding van het aandeel in het vermogen van de maatschap. Uit de maatschapsovereenkomst vloeit voort dat het patiëntenbestand van de vertrekkende maat beschikbaar moet blijven voor de praktijk van de maatschap. Redelijkheid en billijkheid eisen een voorschot op de vergoeding.

werkneemster/Stichting Diakonessenhuis /Centramed

Wat de exacte toedracht van een ongeval op het werk is geweest of wat de oorzaak daarvan was, is voor het antwoord op de vraag of werkgever aansprakelijk is niet van belang. Dat er een ongeval was bij de uitvoering van de werkzaamheden en dat werkneemster daarbij schade heeft geleden maakt de werkgever in beginsel aansprakelijk. De werkgever wordt in staat gesteld om te bewijzen dat alle nodige voorzorgsmaatregelen waren genomen.

Stichting Pameijer/werkneemster

Een combinatie van dienstverbanden bij twee verschillende werkgevers leidt tot schending van de Arbeidstijdenwet. De werkgever verzoekt daarom ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Er vindt toewijzing van het ontbindingsverzoek plaats op de h-grond, met alleen toekenning van een transitievergoeding en geen billijke vergoeding.

Stichting Zinzia Zorggroep/specialist ouderengeneeskunde

In deze zaak gaat het om een door Zinzia bijzonder onheus behandelde arts. Deze arts heeft, naast de transitievergoeding van ruim € 45.000, recht op € 25.000 billijke vergoeding. De eerder door de kantonrechter vastgestelde billijke vergoeding van € 70.000 is volgens het hof (zonder enige onderbouwing) te hoog. De verplichtingen die voortvloeien uit de Wkkgz brengen niet met zich mee dat Zinzia zich niet als goed werkgever heeft te gedragen ten opzichte van haar werknemers.