Drie moorden waarvoor veroordeling. Vordering tot schadevergoeding door pleger op GGZ-instelling. Rechtbank behoeft voorlichting door deskundige(n).

Tussenvonnis. Een man staat onder behandeling bij een GGZ-instelling. De man pleegt in korte tijd drie moorden. Die pleegt hij, zo stelt hij, onder invloed van een psychose. Die psychose is volgens de man het gevolg van een tekortschietende behandeling. De man vordert de schade die hij lijdt als gevolg van het plegen van en de veroordeling voor de moorden. De GGZ-instelling stelt aan haar zorgplicht te hebben voldaan. De rechtbank hoort de partijdeskundigen, maar kan niet vaststellen wie gelijk heeft, en is voornemens zelf twee deskundigen te benoemen, een psychiater en een psycholoog. De rechtbank beveelt de man de deskundigenrapporten die zijn opgemaakt in de strafzaak in het geding te brengen.

Zorgaanbieder heeft niet onzorgvuldig gehandeld door behandeling stop te zetten.

Klacht over het stopzetten van de behandeling door zorgaanbieder alsmede bejegening van klager door regiebehandelaar. Commissie acht de klacht ongegrond.

Commissie niet bevoegd kennis te nemen van geschil dat betrekking heeft op de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.

De cliënt (zoon van de klager) was voor schizofrenie onder behandeling bij de zorgaanbieder. Volgens klager heeft de zorgaanbieder onzorgvuldig gehandeld door het toedienen van depotmedicatie zonder zorgmachtiging. De Wvggz is van toepassing op dit geschil, waardoor de commissie niet bevoegd is.

Commissie onbevoegd geschil te behandelen dat ziet op verzoek van klager om een verklaring van de zorgaanbieder om kosten voor prostitutiebezoeken vergoed te krijgen.

Klager heeft de zorgaanbieder om een medische verklaring verzocht voor een rechterlijke procedure om zo kosten voor prostitutiebezoeken vergoed te krijgen. De vordering van klager valt niet onder de behandelingsovereenkomst waardoor de commissie onbevoegd is.

Commissie niet bevoegd kennis te nemen van geschil dat betrekking heeft op de Wet zorg en dwang.

De zorgaanbieder heeft klaagster overgeplaatst van haar woonlocatie in Almelo naar Oldenzaal. Klaagster verwijt de zorgaanbieder dat deze crisisplaatsing onvrijwillig voortduurt. Omdat de Wet zorg en dwang van toepassing is op dit geschil, is de commissie niet bevoegd.

Benoeming moeder tot bewindvoerder en mentor ondanks bezwaren vader.

Bezwaren van de vader tegen benoeming van de moeder zijn vooral gelegen in het feit dat er geen omgang/contact is tussen hem en het kind. Mentorschap en bewindvoering zien op meer en andere taken dan omgang tot stand te brengen.

Wvggz. Schadevergoeding wegens niet naleven 5:16-termijn. € 10 per dag billijk.

Wvggz. De rechtbank kent verzoeker een schadevergoeding toe ten laste van de Staat/officier van justitie ad (3 dagen x € 10 per dag =) € 30 i.v.m. niet naleven 5:16-termijn, op grond van artikel 10:12 lid 3 Wvggz.

Beëindiging gezag van ouders met een verstandelijke beperking vanwege complexe medische situatie minderjarige.

Bj de minderjarige is sprake van een zeer complexe combinatie van medische problematiek. De ouders hebben een verstandelijke beperking en zijn niet in staat om te voldoen aan de opvoedbehoefte van de minderjarige en te overzien welke beslissingen moeten worden genomen.

Operatie en natraject onzorgvuldig? Benoeming deskundige ter beoordeling daarvan. Geen causaal verband eventuele schending informatieplicht.

Tussenvonnis. Een kijkoperatie in de buikholte leidt voor een vrouw tot onder meer amputatie van beide benen. Zij verwijt het ziekenhuis dat dit haar niet goed heeft geïnformeerd over het risico van de operatie en dat onzorgvuldig is gehandeld tijdens de operatie en in het natraject. Naar het oordeel van de rechtbank zou de vrouw niet hebben afgezien van de operatie als zij goed was geïnformeerd en heeft zij geen belang bij beantwoording van de vraag of zij goed was geïnformeerd. Ten aanzien van de overige verwijten heeft de rechtbank behoefte aan voorlichting door een deskundige teneinde te beoordelen of is gehandeld in overeenstemming met de professionele standaard en teneinde het causaal verband te beoordelen.

Moeder van overleden zoon is niet-ontvankelijk omdat zij niet de wil van zoon vertegenwoordigt. Klacht waarvoor eigen klachtrecht geldt is kennelijk ongegrond.

Klacht van moeder van de patiënt tegen psychiater wegens nalatigheid. Klaagster deels niet-ontvankelijk, omdat zij niet de veronderstelde wil van haar zoon vertegenwoordigt. Klacht waarvoor eigen klachtrecht geldt is kennelijk ongegrond.