X/Y

Klacht tegen huisarts over het blindelings overnemen van de diagnose van de visitearts, het niet beoordelen van de door klaagster gegeven informatie en het niet serieus nemen van de zorgen van klaagster. Het is de taak van de regie-arts om te bepalen of een visite moet worden afgelegd, waarbij de informatie in het journaal over het eerder afgelegde bezoek betrokken moet worden. Arts is in casu ten onrechte blindelings afgegaan op diagnose visitearts. Waarschuwing.

X/Y

Klacht tegen BMA-arts. Van een directe zorgrelatie tussen verweerster en klager is geen sprake. Toetsing aan tweede tuchtnorm. De verkregen informatie van de internist-nefroloog heeft betrekking op een andere patiënt dan klager. Uit die informatie kan niet worden afgeleid dat de behandelingen die worden genoemd in brondocument in algemene zin onvoldoende zijn. Kennelijk ongegrond.

X/Y

Klacht van een fysiotherapeut tegen een collega fysiotherapeut. Klachtonderdelen zijn echter onvoldoende concreet geformuleerd waardoor zij feitelijk niet toetsbaar zijn. Een klacht dient betrekking te hebben op concrete feiten en gedragingen die expliciet door klaagster zelf moeten worden gepresenteerd. Klachten ongegrond.

X/Y

Niet aannemelijk geworden dat klaagster een vervolgafspraak had wegens gemotiveerde betwisting en ontbreken van aantekening in het dossier daaromtrent. Controle was nodig bij borstontsteking, niet gerelateerd aan zwangerschap of borstvoeding. Waarschuwing.

X/Academisch Ziekenhuis Maastricht

Advocaat is uit hoofde van functie bevoegd namens slachtoffer rechtshandelingen aan te gaan. Door aanvaarding door advocaat van aanbod van het ziekenhuis is een vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen. Dat het slachtoffer ondertekening weigert, laat onverlet dat er een geldige overeenkomst is. Het slachtoffer beroept zich terecht op rechtsverwerking. Het ziekenhuis heeft, gelet op zijn verklaringen gedurende een periode van vier jaren na het sluiten van de overeenkomst en het in aansluiting daarop handelen in overeenstemming met deze verklaringen – door het betalen van een eenzijdig vastgesteld bedrag, lager dan overeengekomen bedrag – bij het slachtoffer het gerechtvaardigde vertrouwen gewekt dat ook het ziekenhuis zich niet meer gebonden achtte aan de vaststellingsovereenkomst. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank, spreekt gevorderde verklaring voor recht uit en verwijst de zaak ter vaststelling van de schade naar de schadestaat.

OM/X

Een psychiatrisch verpleegkundige wordt veroordeeld vanwege ontucht gedurende langere tijd met drie patiënten. Hij krijgt een gevangenisstraf opgelegd voor de duur drie jaren, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Gedurende de proeftijd dient de verpleegkundige zich te houden aan een meldplicht, medewerking te verlenen aan gedragskundig onderzoek en, indien geïndiceerd, ambulante behandeling te ondergaan. Voorts wordt aan de verpleegkundige een beroepsverbod voor de duur van vijf jaren opgelegd en mag hij, zolang de proeftijd loopt, geen contact zoeken met de drie slachtoffers.

X/Y

Benadeelde stelt ziekenhuis en orthopedisch chirurg aansprakelijk voor schade die het gevolg is van de implantatie van zogeheten MoM-heupprothesen in 2004. Vanaf 2011 heeft de Nederlandse Orthopaedische Vereniging geadviseerd om uit het oogpunt van patiëntveiligheid de prothesen alleen onder voorwaarden te gebruiken. De rechtbank stelt in de onderhavige zaak niet vast dat de prothesen ongeschikt zijn. De rechtbank concludeert vervolgens dat – indien dat anders zou zijn – een toerekening van de tekortkoming door het gebruik van de prothese aan het ziekenhuis en/of de arts krachtens artikel 6:77 BW niet redelijk zou zijn.

X/Y

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is van oordeel dat producten met een dosering van 0,3 mg of meer melatonine aan te merken zijn als geneesmiddel in de zin van de Geneesmiddelenwet. Dit maakt het verhandelen van genoemde producten zonder over de daarvoor vereiste registratie en vergunning te beschikken strafbaar. In kort geding en het hoger beroep daarvan is aan de orde de vraag of gelet op het arrest Hecht-Pharma van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) sprake is van een geneesmiddel en of de IGZ (voorlopig) handhavend mag optreden. Het Gerechtshof Arnhem gebiedt de IGZ zich te onthouden van handhaving, nu niet zonder meer vast is komen te staan of sprake is van een geneesmiddel.

X/Y

De onderstaande zaak is ingediend door de echtgenoot van een overleden patiënte. Klager verwijt verweerder, gynaecoloog, dat hij niet adequaat heeft gehandeld c.q. een verkeerde of late diagnose heeft gesteld, onvoldoende informatie heeft verstrekt over de behandeling, de gevolgen en een eventueel alternatief, medische fouten heeft gemaakt, mogelijkerwijs verkeerde medicijnen heeft gegeven c.q. ingrepen heeft toegepast en patiënte niet heeft doorverwezen naar een gespecialiseerde beroepsbeoefenaar. Het Regionaal Tuchtcollege acht het laatste klachtonderdeel gegrond en legt verweerder een waarschuwing op. Er was sprake van een uitzonderlijke situatie met een sterk verhoogd risico op massaal bloedverlies in een voor Nederland uitzonderlijk geïsoleerde geografische locatie. Als de bevalling grondiger was voorbereid, had het tuchtcollege de beslissing om niet te verwijzen nog kunnen billijken. Klager heeft tevens een klacht ingediend tegen de betrokken anesthesioloog (zie ECLI:NL:TGZRSGR:2015:115).

X/Y

Het gaat in deze casus om een verpleegkundige die verdacht wordt van het plegen van seksueel misbruik met patiënten die op de PAAZ-afdeling (Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis) onder behandeling waren. Verweerder ontkent en beroept zich op contra-expertise, maar laat na deze in de procedure te brengen. Het college in eerste aanleg beoordeelt het verweer als onvoldoende en indiceert een doorhaling van de inschrijving in het BIG-register. Het Centraal Tuchtcollege vindt de opgelegde maatregel passend en geboden. Herhaling van het verweten gedrag dient voorkomen te worden.