IGZ/C
Beoordeling handelen arts, eruit bestaande dat hij twee drugsverslaafden opdracht heeft gegeven brand te stichten in het huis van zijn ex-vrouw. De arts is veroordeeld wegens poging tot moord en het medeplegen van opzettelijke brandstichting. Het Regionaal Tuchtcollege achtte de IGZ niet-ontvankelijk omdat het handelen niet was begaan 'in de hoedanigheid' van arts. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat dit begrip een ruimere strekking heeft en dat in een geval als het onderhavige moet worden gesproken van een 'wezenlijke aantasting van het vertrouwen' dat een patiënt in een arts mag hebben. Het handelen kan daarom onder de tweede tuchtnorm worden geschaard. De arts is gezien de strafrechtelijke veroordeling en de reeds verstreken tijd geen maatregel opgelegd.
Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 12-02-2015