Verhouding bewaartermijn – bewaarplicht medisch dossier.

Het verwijt aan de huisarts dat zij het medisch dossier van klager niet twintig jaar heeft bewaard is ongegrond. Na overdracht van het dossier aan een nieuwe huisarts rustte op haar geen bewaarplicht meer.

Afgewezen wrakingsverzoek.

Wrakingsverzoek. Beoordelingskader. Verzoek als ongegrond afgewezen: het is niet aan klager maar aan de leden van het CTG te bepalen of en zo ja welke vragen er gesteld worden op zitting.

Een jeugdbeschermer heeft relevante informatie weggelaten.

Relevante informatie en onderbouwing is weggelaten. De moeder is aangezet tot hulpverlening, maar de onderzoeksresultaten zijn niet in de stukken opgenomen. Een door de moeder overgelegde transcriptie voldoet niet aan de voorwaarden.

Psychiater had zich van implicaties uitspraken in openbare publicaties bewust moeten zijn. Berisping.

Klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft zich in een landelijk dagblad kritisch uitgelaten over het door klagers opgemaakte Pro Justitia-rapport. Volgens klagers heeft hij zich daarbij onprofessioneel, onjuist, onzorgvuldig en oncollegiaal over hen en hun werk uitgelaten. Het handelen van de psychiater wordt beoordeeld onder de tweede tuchtnorm. De klacht wordt gegrond verklaard omdat verweerder als psychiater niet respectvol en onvoldoende zorgvuldig jegens klagers heeft gehandeld. Daarmee heeft hij gehandeld in strijd met wat een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt. Het RTG legt de maatregel van berisping op.

Verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:669 lid 3 sub g BW wordt toegewezen.

Vonnis over toegangsontzegging en beëindiging samenwerkings- en maatschapsovereenkomst medisch specialist na langdurig disfunctioneren.

Vonnis over toegangsontzegging en beëindiging samenwerkings- en maatschapsovereenkomst medisch specialist na langdurig disfunctioneren.

Klacht tegen psychiater tevens directeur zorg niet-ontvankelijk.

Niet-ontvankelijke klacht tegen psychiater en directeur zorg. Verweerder heeft uitsluitend in haar bevoegdheid als bestuurder gereageerd op de verzoeken van klaagster. Handelen heeft onvoldoende weerslag op de individuele gezondheidszorg.

Patiënt/Geneesheer-directeur GGZ.

Tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door niet in acht nemen zorgplicht bij eenzijdige beëindiging geneeskundige behandelingsovereenkomst door GGZ-instelling. Berisping.

CTG houdt behandeling van zaak aan om verpleegkundige juridische bijstand te laten zoeken.

Na het indienen van het beroepschrift heeft de gemachtigde van de verpleegkundige zich onttrokken en het is de verpleegkundige nog niet gelukt nieuwe juridische bijstand te vinden. Het CTG acht dit onwenselijk in een ingrijpende juridische procedure, die – gelet op het oordeel van het RTG (o.a. doorhaling en verbod tot herinschrijving) – mogelijk grote impact heeft op het verdere leven van de verpleegkundige. Het CTG schorst het onderzoek ter zitting en houdt de behandeling aan om de verpleegkundige in staat te stellen juridische bijstand te zoeken.

CTG wijst wrakingsverzoek toe in verband met schijn van onvoldoende distantie.

Het CTG wijst het verzoek tot wraking van een lid beroepsgenoot toe, omdat het lidmaatschap van dezelfde werkgroep Tuchtrecht de schijn van onvoldoende distantie kan wekken.